Aftrek verliesprojecten aannemer

Geert is aannemer. Hij koopt buiten zijn bedrijf om in 2006 een oude bioscoop en twee buurpanden. Die wil hij slopen en er voor de verhuur een grand café bouwen. Na de sloop blijkt dat hij geen vergunning krijgt. Geert bouwt uiteindelijk een bedrijfsruimte met drie appartementen voor de verkoop. De bedrijfsruimte wordt verkocht, maar Geert blijft met de appartementen zitten. Die gaat hij verhuren. Het is per saldo een zwaar verliesproject. De vraag is of het verlies fiscaal aftrekbaar is. De Belastingdienst vindt van niet.

De rechtbank oordeelt anders. Met de projecten nam Geert deel aan het economische verkeer. Hij wilde er geldelijk voordeel mee behalen en dat kon hij volgens de rechtbank redelijkerwijs ook verwachten. Geert heeft ook werkzaamheden verricht die normaal vermogensbeheer te boven gaan. Zo heeft hij besprekingen gevoerd met de architect, de constructeur, de leveranciers en installateurs, maar ook onderaannemers geselecteerd en gecoördineerd. Hij was als meewerkend voorman dagelijks op de bouwplaats aanwezig.

Let op: een verliesgevend project leidt fiscaal niet altijd tot een aftrekpost. Soms is fiscaal sprake van een dure hobby. Dat kan anders zijn als u het project, kort gezegd, professioneel hebt aangepakt.

Source: Nieuws

Belastingdienst controleert sectorindeling

U bent als werkgever ingedeeld in een sector voor de werknemersverzekeringen. De indeling is van belang voor de hoogte van de premies werknemersverzekeringen en de hoogte van de gedifferentieerde premies Werkhervattingskas. Deze worden immers bepaald op basis van het risico in uw sector. De premieverschillen tussen sectoren kunnen fors zijn. Vanaf juli controleert de Belastingdienst of uw sectorindeling nog klopt.

Toen u begon als werkgever hebt u aan de Belastingdienst uw werkzaamheden doorgegeven. Op basis daarvan heeft de Belastingdienst uw sectorindeling bepaald. Maar misschien zijn uw werkzaamheden inmiddels gewijzigd. Als u werkzaamheden verricht die onder meer sectoren vallen, bent u ingedeeld in de sector met (destijds) uw hoogste premieloonsom. Ook dat kan inmiddels bij uw bedrijf gewijzigd zijn.

Source: Nieuws

Pinnen met pasje overleden ouder

De moeder van Judith is overleden. Judith twijfelt of moeder meer schulden dan bezittingen heeft. Daarom laat ze bij de notaris een akte van beneficiaire aanvaarding opmaken. Daarmee geeft ze aan dat ze de erfenis alleen wil, als er een positief saldo is. Voordat Judith naar de notaris gaat, doet ze echter met het pasje van moeder wat boodschappen, ze tankt de auto vol en neemt € 500 op. Haar stiefzusters komen in actie.

Judith wist dat de stiefzusters ruim € 200.000 tegoed hadden uit de nalatenschap van moeder. Ze stellen dat Judith door de pintransacties de erfenis zuiver, dus niet beneficiair, heeft aanvaard. De rechter geeft de stiefzusters gelijk. Judith wordt zo met een flink negatieve erfenis geconfronteerd.  

Tip: Op 1 september aanstaande treedt de  Wet bescherming erfgenamen tegen schulden in werking. Er is dan pas zuivere aanvaarding als een erfgenaam goederen van de nalatenschap verkoopt of op andere wijze onttrekt aan het verhaal van schuldeisers. Ook biedt de wet bescherming tegen schulden die de erfgenaam niet kende en ook niet behoorde te kennen.

Judith zou geen profijt hebben gehad van deze wet. Zij onttrok immers gelden aan de nalatenschap. Ook was er geen sprake van onverwachte schulden.

Source: Nieuws

Met andere auto van de zaak op vakantie

U hebt een auto van de zaak, maar voor een autovakantie met uw gezin is deze aan de krappe kant. Of u rijdt elektrisch, maar bij uw bestemming zijn te weinig oplaadpunten. Is het fiscaal handig om tijdelijk met een andere auto van de zaak te gaan rijden? Stel u gebruikt normaliter auto A en in augustus een andere auto van de zaak (auto B).

Situatie 1: U rijdt met auto A dit jaar meer dan 500 kilometer privé.

Over auto A betaalt u 12 maanden bijtelling en over auto B één maand.

Tip: Als u auto A in augustus inlevert, bespaart u 1 maand bijtelling over auto A. U beschikt dan immers slechts 11 maanden over auto A en 1 maand over auto B.

Situatie 2: U rijdt met auto A dit jaar minder dan 500 kilometer privé.

U houdt een kilometeradministratie bij om bijtelling te voorkomen. In de vakantiemaand rijdt u met auto B meer dan 42 kilometer (1/12 van de 500-kilometergrens). In deze situatie hebt u over auto A geen bijtelling en over auto B één maand. U beschikt het hele jaar over auto A en daarnaast 1 maand over auto B.

Tip: lever in situatie 2 auto A niet in. U rijdt waarschijnlijk in auto B meer dan 42 kilometer (1/12 van 500 kilometer). Daarmee overschrijdt u tijdsevenredig de 500-kilometergrens. Dat werkt dan door naar het hele jaar, ook voor auto A. U moet dan dus 11/12 bijtellen over auto A en 1/12 over auto B. Ook al rijdt u met auto A minder dan 458 kilometer (11/12 van de 500 kilometergrens)! 

Source: Nieuws