Lastenverlichting Belastingplan 2016?

De Tweede Kamer heeft, met enige aanpassingen, het Belastingplan 2016 aangenomen. Kunnen we nu de beloofde vijf miljard lastenverlichting tegemoet zien? Als de Eerste Kamer op 14 december ook voor stemt, wel. Maar de meerderheid lijkt tegen. Intussen draait de automatiseringsafdeling van de Belastingdienst overuren om het plan in de systemen te verwerken. Dat is nodig om bijvoorbeeld de jaarlijkse voorlopige aanslagen tijdig te kunnen verzenden. Maar als het nu niet doorgaat?

Als de Eerste Kamer het plan verwerpt, dan worden vier miljoen voorlopige aanslagen te laag vastgesteld. Burgers kunnen in de loop van 2016 hun voorlopige aanslag laten verhogen. Zo niet, dan moeten ze in 2017 bijbetalen, via de definitieve aanslag over 2016. Voor de loonbelasting kunnen de tabellen overigens al per 1 april 2016 worden bijgesteld. Dus voor werknemers zou het mee kunnen vallen. Van hen zou slechts 3 maanden te weinig belasting worden ingehouden.

Source: Nieuws

Plan van aanpak afschaffing VAR

Opdrachtgevers en opdrachtnemers die met een VAR werken, willen weten hoe de overgang naar de nieuwe situatie gaat lopen. De Eerste Kamer heeft het transitieplan ontvangen. De periode tot 1 april 2016 is de voorbereidingsfase. Partijen en branches kunnen voorbeeldovereenkomsten afstemmen met de Belastingdienst en deze laten publiceren. Op 1 april 2016 start de implementatiefase. U kunt dan geen VAR meer krijgen en uw bestaande VAR biedt geen vrijwaring meer.

U moet uw werkwijze dus op tijd aanpassen en zo mogelijk op basis van een afgestemde voorbeeldovereenkomst gaan werken. Verplicht is dat niet, wel raadzaam. Tussen 1 april 2016 en 1 januari 2017 hebben opdrachtgevers en opdrachtnemers daarbij een inspanningsverplichting. U moet dus uw best doen. De Belastingdienst houdt toezicht, gaat niet repressief optreden (behalve bij fraude), geeft voorlichting en helpt bij de implementatie. De nieuwe werkwijze geldt per 1 januari 2017.

Source: Nieuws

Tweede Kamer stelt Belastingplan bij

De plannen met de heffing op vermogen (Box 3), die overigens pas op 1 januari 2017 ingaan, worden bijgesteld. Dat heeft de Tweede Kamer met een amendement en twee moties afgedwongen. U kunt beleggen in een eigen vrijgestelde beleggingsinstelling of een buitenlands laag belast beleggingsvehikel. Dan betaalt u nu in Nederland jaarlijks 25% Box 2-belasting over 4% fictief rendement. Dat percentage wordt verhoogd naar 5,5%, gelijk aan het percentage in Box 3 voor vermogens boven de 1 miljoen.

Verder moet het Kabinet van de Tweede Kamer zijn uiterste best doen om bij het Belastingplan 2017 met voorstellen te komen om per 2018 het werkelijke rendement op vermogen te belasten in plaats van fictief rendement. Tot nu toe houdt het Kabinet vol dat dit om uitvoeringstechnische redenen niet kan.

Ook moet het Kabinet bij het Belastingplan 2017 met voorstellen komen om sluiproutes waarmee Box 2- en Box 3-heffing kan worden uitgesteld of ontlopen, te dichten. Vermogen uit privé (Box 3) overbrengen naar een eigen BV heeft tot gevolg dat het werkelijk rendement wordt belast met vennootschapsbelasting. Over hetgeen u laat uitkeren, betaalt u 25% Box 2-heffing. Er zijn allerlei reguliere mogelijkheden om beide heffingen uit te stellen. Welke daarvan nu ineens ‘sluiproutes’ zijn, is de vraag. Het blijft spannend rond Box 3.

Source: Nieuws

Tweede Kamer stelt Belastingplan bij

De plannen met de heffing op vermogen (Box 3), die overigens pas op 1 januari 2017 ingaan, worden

Lastenverlichting Belastingplan 2016?

De Tweede Kamer heeft, met enige aanpassingen, het Belastingplan 2016 aangenomen. Kunnen we nu de beloofde vijf miljard lastenverlichting tegemoet zien? Als de Eerste Kamer op 14 december ook voor stemt, wel. Maar de meerderheid lijkt tegen. Intussen draait de automatiseringsafdeling van de Belastingdienst overuren om het plan in de systemen te verwerken. Dat is nodig om bijvoorbeeld de jaarlijkse voorlopige aanslagen tijdig te kunnen verzenden. Maar als het nu niet doorgaat?

Als de Eerste Kamer het plan verwerpt, dan worden vier miljoen voorlopige aanslagen te laag vastgesteld. Burgers kunnen in de loop van 2016 hun voorlopige aanslag laten verhogen. Zo niet, dan moeten ze in 2017 bijbetalen, via de definitieve aanslag over 2016. Voor de loonbelasting kunnen de tabellen overigens al per 1 april 2016 worden bijgesteld. Dus voor werknemers zou het mee kunnen vallen. Van hen zou slechts 3 maanden te weinig belasting worden ingehouden.

]]>

Plan van aanpak afschaffing VAR

Opdrachtgevers en opdrachtnemers die met een VAR werken, willen weten hoe de overgang naar de nieuwe situatie gaat lopen. De Eerste Kamer heeft het transitieplan ontvangen. De periode tot 1 april 2016 is de voorbereidingsfase. Partijen en branches kunnen voorbeeldovereenkomsten afstemmen met de Belastingdienst en deze laten publiceren. Op 1 april 2016 start de implementatiefase. U kunt dan geen VAR meer krijgen en uw bestaande VAR biedt geen vrijwaring meer.

U moet uw werkwijze dus op tijd aanpassen en zo mogelijk op basis van een afgestemde voorbeeldovereenkomst gaan werken. Verplicht is dat niet, wel raadzaam. Tussen 1 april 2016 en 1 januari 2017 hebben opdrachtgevers en opdrachtnemers daarbij een inspanningsverplichting. U moet dus uw best doen. De Belastingdienst houdt toezicht, gaat niet repressief optreden (behalve bij fraude), geeft voorlichting en helpt bij de implementatie. De nieuwe werkwijze geldt per 1 januari 2017.

]]>

Alle kassagegevens zeven jaar bewaren?

Jaap heeft een restaurant. Bestellingen en betalingen worden geautomatiseerd verwerkt. Het systeem heeft een maximale capaciteit van circa 2.000 bestellingen. Daarom worden detailgegevens van bestellingen wekelijks uit het systeem verwijderd. Totaalbedragen per bestelling, datum van de bestelling, tijdstip van verkoop en de betaalwijze worden wel bewaard. Jaap krijgt belastingcontrole. De inspecteur twijfelt aan de omzet en stelt dat Jan met zijn handelwijze niet voldoet aan de administratieplicht. Jaap moet, zonder de detailgegevens, maar zien aan te tonen dat de door de inspecteur gecorrigeerde omzet niet juist is. Jaap vindt dit te ver gaan en gaat naar de rechter.

Helaas voor Jaap, en voor veel ondernemers met een verouderd kassasysteem, vindt de hoogste rechter dat de detailgegevens wel degelijk moeten worden bewaard. Met deze gegevens kan immers op een effici

Gastouder ondernemer?

Fiscaal ondernemerschap heeft voordelen. Denk aan de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling (14% van de winst). Een gastouder met een omzet van bijna € 15.000 merkte haar activiteiten, opvang van kinderen, aan als fiscaal ondernemerschap. De Belastingdienst was het daar niet mee eens en corrigeerde de aangifte met € 11.500. Maar de rechter stelde mevrouw alsnog in het gelijk. Ze voldeed immers aan alle criteria voor fiscaal ondernemerschap. 

In dit geval was sprake van continuïteit, aangezien de activiteiten al drie jaar liepen. De gesloten contracten en inkomsten wezen op duurzame deelname aan het economisch verkeer en voldoende omvang. Er was ondernemersrisico en met name debiteurenrisico. Het gastouderbureau betaalde immers de facturen niet als het zelf niet betaald werd door de ouders. De gastouder zelf liep ook inkomensrisico bij ziekte, vakantie en afwezigheid. En dan was er nog continuïteitsrisico: ouders konden de overeenkomst opzeggen, waarna de gastouder op zoek moest naar nieuwe cliënten.

Let op: dit betekent niet automatisch dat alle gastouders ondernemer zijn.

Source: Nieuws

Werkkostenregeling: hebt u nog ruimte?

Zo aan het einde van het jaar komen bij veel bedrijven de extraatjes zoals kerstpakketten, eindejaarsuitkeringen, gratificaties en bonussen weer in beeld. Vanwege de Werkkostenregeling staan werkgevers in 2015 voor nieuwe afwegingen. Het belang kan behoorlijk oplopen. De grote vraag is: hoeveel vrije ruimte is er nog?

Een extraatje voor de werknemer van € 100 in de ‘vrije ruimte’ kost de werkgever € 100. Het leidt dus niet tot extra werkgeverslasten en is voor de werknemer onbelast. Maar als de vrije ruimte in de loop van 2015 al is verbruikt, kan dat netto extraatje van € 100 de werkgever meer dan € 180 kosten. Bij grotere bedragen en meer werknemers lopen deze bedragen dienovereenkomstig op.

De vrije ruimte wordt bepaald door het totale fiscale loon dat de werkgever betaalt aan zijn werknemers. De wet stelt de vrije ruimte op 1,2% van dat fiscale loon. De vrije ruimte mag worden gebruikt voor onbelaste extraatjes, loon in natura, vergoedingen en verstrekkingen. Om misbruik te voorkomen is wel bepaald dat het extraatje niet meer dan 30% mag afwijken van wat gebruikelijk is.

Let op: er zijn onbelaste vergoedingen en verstrekkingen die buiten de vrije ruimte om lopen. Daarvoor gelden dan specifieke voorwaarden. Denk bijvoorbeeld aan reiskosten (maximaal € 0,19 per kilometer), bijscholing, studiekosten en voor het werk noodzakelijke gereedschappen, computers en mobiele communicatiemiddelen. Zo zijn er nog tientallen andere mogelijkheden, van bedrijfskleding tot bedrijfsfitness.

U begrijpt dat een klein bruto-nettoverschil (€ 80 in het voorbeeld) voor zowel werkgever als werknemer het gunstigste is. Stel, u wilt als werkgever nog iets extra doen met een bepaalde netto-waarde voor de werknemers, maar de kosten wit u binnen de perken houden. U begint dan met een tussentijdse berekening van de vrije ruimte 2015. Gaat u buiten deze ruimte, dan kunt u wellicht het extraatje zo vormgeven dat het onder een van de vele specifiek geregelde vrijstellingen valt.

Source: Nieuws

Verkeersboetes te hoog

De overheid heeft verhogingen van verkeersboetes doorgevoerd die niet door de beugel kunnen. Zo blijkt uit een recente uitspraak van de kantonrechter in Arnhem. Een man uit Nijmegen kreeg een boete van € 32 voor een snelheidsovertreding van 5 kilometer per uur. Hij liet het voorkomen. De rechter stelde vast dat de boetebedragen in 2008, 2011 en 2012 met een hoger percentage zijn verhoogd dan nodig voor de gebruikelijke inflatiecorrectie. Kennelijk was het binnenhalen van meer overheidsinkomsten de reden voor de extra verhoging. En dat mag niet volgens de wet. De rechter verlaagde de boete daarom van € 32 naar € 9. Wat betekent dit voor u?

Iedere kantonrechter spreekt recht op basis van een individuele en onafhankelijke afweging. Totdat de hoogste rechter de uitspraak bevestigt, moet u uw bekeuring zelf bij ‘uw’ kantonrechter aan de orde stellen. Dat dit niet kansloos is, staat nu vast. Misschien krijgt de uitspraak olievlekwerking, maar zeker is het niet. Het Openbaar Ministerie zegt verbaasd te zijn over de uitspraak.

]]>