Woon-winkelpand deels privé?

Een drogist koopt met zijn vrouw een winkel met bovenwoning. Ze wonen boven, beneden is de drogisterij. Juridisch is het pand één geheel. Het pand en de hypothecaire lening worden in de aangifte verwerkt als ondernemingsvermogen. Een jaar later, na een privé-verhuizing, wordt de bovenwoning verhuurd. De huur is onderdeel van de winst uit onderneming. Zeventien jaar later gaat het drogistenechtpaar met pensioen. De onderneming wordt gestaakt. In de laatste winstaangifte nemen ze niet de boekwinst op de bovenverdieping op. Ze zijn achteraf van mening dat de bovenverdieping altijd, verplicht, privévermogen is geweest. De Belastingdienst denkt daar anders over. Meerdere rechtszaken volgen.

De rechter stelt de Belastingdienst in het gelijk. Het betrof een koppelaankoop met een zakelijk motief. In dat geval is het woongedeelte in beginsel keuzevermogen, geen verplicht privévermogen. Men kan er voor kiezen om het woongedeelte  als ondernemingsvermogen aan te merken. Die keuze ligt vast als de aangifte waarin de keuze is gemaakt definitief vaststaat. In dit geval was het dus niet mogelijk om terug te komen op een keuze van 18 jaar geleden.

Let op: slechts in uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om met terugwerkende kracht privé gebruikte delen van panden ‘van de balans’ te halen. Als u een pand aanschaft dat u zakelijk en privé gaat gebruiken, bespreek de mogelijkheden en gevolgen dan goed met uw adviseur. 

Source: Nieuws

Verbod privégebruik bestelauto onvoldoende

Een bedrijf stelde aan werknemers bestelauto’s ter beschikking. Met de werknemers is schriftelijk een verbod op privégebruik van de bestelauto’s overeengekomen. De werkgever liet daarom een bijtelling voor privégebruik achterwege. Na een belastingcontrole werden echter correcties opgelegd over vier kalenderjaren met boete en rente. Waarom?

De bijtelling kan inderdaad bij een verbod op privégebruik achterwege blijven indien dat verbod schriftelijk is vastgelegd. Maar in de regeling staat ook dat de werkgever voldoende toezicht moet houden op dat verbod en passende sancties moet opleggen als het verbod wordt overtreden. De werkgever moet ook van dat toezicht en de handhaving daarvan, bij de rechter, bewijs kunnen leveren. Als bewijs is de stelling dat de werknemers hard werken en lange dagen maken, zodat er geen ruimte is voor ‘uitjes’, veel te mager. Zo blijkt uit een recente uitspraak.

Tip: leg vast hoe en wanneer toezicht op het verbod op privégebruik wordt uitgeoefend en, indien van toepassing, hoe en wanneer sancties op overtreding van het verbod worden opgelegd.

Source: Nieuws

Bestelauto met meer gebruikers

Een steigerbouwer maakt voor twee bestelauto’s gebruik van de regeling waarbij de werkgever de bijtelling privégebruik afkoopt voor € 300 per auto per jaar. Dat kan bij doorlopend afwisselend gebruik. Naast de twee vaste bestuurders maken ook anderen zakelijk gebruik van de busjes. Maar de vaste bestuurders nemen de busjes mee naar huis en privégebruik is toegestaan. De bestuurders houden vanwege de toegepaste afkoopregeling geen kilometeradministratie bij. Een boekenonderzoek leidt tot een naheffingsaanslag van € 36.000 met € 14.000 boete. De steigerbouwer gaat naar de rechter.

De vraag is of de afkoopregeling bij doorlopend afwisselend gebruik terecht is toegepast. Volgens de rechtbank is dat niet het geval. Feitelijk zijn de busjes aan de vaste bestuurders ter beschikking gesteld. Bijkomstig privégebruik door andere werknemers is geen beletsel om het autokostenforfait volledig bij hen te belasten.

De boete wordt wel vernietigd. De afkoopregeling is onder meer bedoeld om problemen rond de kilometeradministratie te voorkomen. Problemen die ook hier zouden spelen omdat ook collega’s van de auto’s gebruik maakten. Het onjuiste standpunt om de regeling toe te passen, was daarom pleitbaar.

Source: Nieuws

Watervrije werkruimte aan huis

Een man-vrouwfirma houdt kantoor in de eigen woning. Vanuit het kantoor worden de werkzaamheden verricht en wordt het inkomen van de onderneming verworven. Het kantoor beschikt over een toilet met wasbak en kraantje, en een aftapkraantje van de waterleiding. Er is geen eigen ingang, maar wel een eigen bel bij de voordeur. Maar er is geen keukenblokje, watervoorziening of waterafvoer. De kosten van de werkruimte worden in de aangifte inkomstenbelasting ten laste van de winst gebracht. De Belastingdienst accepteert de zakelijke huisvestingskosten niet omdat geen sprake zou zijn van een zelfstandig gedeelte van de woning. Wat besliste de rechter in hoger beroep?

Volgens de rechter is in dit geval inderdaad geen sprake van een naar verkeersopvatting zelfstandig gedeelte van een woning. Wel in aftrek komen de energielasten van de computerapparatuur, telefoons en printers in het kantoor die ondernemingsvermogen vormen.

Tip: het kan interessant zijn uw kantoorruimte aan huis administratief af te splitsen en op de balans van de onderneming te zetten. Deze maakt dan geen deel uit van de eigen woning. Ook zonder watervoorziening kunt u dan de kosten aftrekken. Nadeel is dat de waardestijging die bij verkoop aan het kantoor is toe te rekenen belast wordt.

Source: Nieuws

Beleggingspand of ondernemingsvermogen?

Harry is discotheekhouder. Hij koopt in 2001 het pand naast zijn discotheek en verhuurt dat aan een restaurant. Harry’s adviseur verwerkt het pand in de aangifte als fiscaal ondernemingsvermogen. Kort gezegd betekent dat: kosten aftrekbaar, verkoopresultaat belast. In 2010 wisselt Harry van adviseur. Die verwerkt het pand als privé-beleggingspand (Box 3) in de aangifte over 2010. Dus: kosten niet aftrekbaar, verkoopresultaat onbelast. De aanslag wordt geautomatiseerd zonder correctie vastgesteld. Voordat Harry de aanslag ontvangt, schrijft zijn nieuwe adviseur aan de Belastingdienst dat het pand vanaf 2001 verplicht privévermogen was, nooit fiscaal ondernemingsvermogen had mogen zijn en dat Harry dat alsnog netjes in 2010 wil corrigeren. De Belastingdienst legt, pas een jaar later, een navorderingsaanslag op en merkt het pand aan als ondernemingsvermogen. Harry stapt kwaad naar de rechter.

De rechter geeft aan dat het afwijkende ondernemingsvermogen in de aangifte over 2010 – het pand stond niet meer op de balans- de Belastingdienst niet verplicht om de aangifte nader te onderzoeken. Daarom mocht de Belastingdienst, ondanks de eerdere automatische aanslag, toch navorderen. De rechter verwerpt ook het standpunt van de nieuwe adviseur. Het verhuurde pand zou best op enigerlei wijze dienstbaar kunnen zijn aan de onderneming. Van een fout is dus helemaal geen sprake. Het pand moet op de balans blijven. 

Tip: de keuze om een pand als ondernemingsvermogen aan te merken, is meestal definitief. Laat u dus goed adviseren.

Source: Nieuws

Ontslagaanzegging via Whatsapp

Een werkgever moet de werknemer, die een contract voor bepaalde tijd (met een duur van zes maanden of langer) heeft, minimaal 1 maand voor de einddatum schriftelijk laten weten of dit contract wel of niet verlengd wordt. Is de werkgever te laat met aanzeggen, dan kan de werknemer een vergoeding claimen die kan oplopen tot een bruto maandsalaris. Wat nu als via Whatsapp wordt gecommuniceerd? Geldt een mededeling per Whatsapp ook als schriftelijke aanzegging?

Volgens de kantonrechter wel. Het ging om een werkneemster van een restaurant met een contract voor zes maanden. Ze was regelmatig wegens ziekte afwezig. De werkgever hield dan via Whatsapp contact met haar. Ergens in de berichtenreeks stond overduidelijk dat de werkgever het dienstverband wilde beëindigen. Bovendien had werkneemster op dat bericht gereageerd, zodat vaststond dat het bericht haar had bereikt. Daarmee had de werkgever volgens de rechter voldaan aan de aanzegverplichting.

Source: Nieuws

Arbeidsbeloning of onbelaste verkoop aandelen?

Willy is een slimme jongen. Hij ontwikkelt samen met enige medewerkers voor zijn werkgever een nieuw product. De werkgever kan er op dat moment niet veel mee. In zijn vrije tijd werkt Willy echter een businessplan uit om het product alsnog rendabel te maken. Zijn werkgever gelooft er nu wel in en brengt het product onder in een nieuwe BV. De werkgever stort ruim € 2.000.000 aandelenkapitaal. Willy mag, net als de andere productontwikkelaars, voor € 1 aandelen kopen. Willy heeft er vervolgens geen enkele bemoeienis meer mee. Vijf jaar later verkoopt Willy de aandelen voor ruim € 100.000. De Belastingdienst legt een navorderingsaanslag op. Terecht?

Volgens de rechtbank moet het verkoopresultaat inderdaad gezien worden als ‘inkomen uit een met een werkzaamheid verband houdend lucratief belang’. Er bestaat verband tussen de bijdrage van Willy aan het businessplan en zijn aandeelhouderschap. Alleen Willy en de andere productontwikkelaars mochten immers als mini-aandeelhouders instappen. Ze konden dat voor een zeer laag bedrag doen in de wetenschap dat de werkgever ruim twee miljoen ging investeren. Enig verkoopresultaat op termijn was daarom objectief te verwachten. Dus vormt het uiteindelijke verkoopresultaat een belaste uitgestelde beloning voor de verrichte werkzaamheden.

Source: Nieuws

Mededelingsplicht recht op transitievergoeding

Jan, productiemedewerker, is in augustus 2012 bij een uitzendbureau in dienst getreden. De werkgever wil de overeenkomst beëindigen. Ze sluiten per eind september 2015 een beëindigingsovereenkomst met wederzijds goedvinden, zonder ontslag- of transitievergoeding. Jan zou bij opzegging of ontbinding op initiatief van de werkgever wel recht hebben gehad op een transitievergoeding. Hij was immers langer dan 24 maanden in dienst. Via de rechter wilde hij deze alsnog claimen.

Jan had twee argumenten. De werkgever had aangestuurd op de beëindiging, zo bleek ook uit de beëindigingsovereenkomst. En: goed werkgeverschap brengt met zich dat de werkgever de werknemer informeert over de mogelijkheid van een transitievergoeding.

De rechter veegt beide argumenten van tafel. Ten eerste is opzeggen of ontbinden echt iets anders dan beëindigen met wederzijds goedvinden, zoals hier het geval was. Ten tweede bevat de wet niet voor niets een bedenktijd. De werknemer kan de door hem getekende beëindigingsovereenkomst binnen 14 dagen alsnog ontbinden. De Wet Werk en Zekerheid bevat ter bescherming van de werknemer bewust allerlei mededelingsplichten voor de werkgever. Maar er is geen algemene spreekplicht voor de werkgever opgenomen om bij de onderhandelingen over het einde van de arbeidsovereenkomst te wijzen op de mogelijke aanspraak op een transitievergoeding.

Source: Nieuws